Goedemorgen Svea!
Dit is onze eerste dag op het zee ijs! Ow yeah. Na een vroeg ontbijt om 6:30 in de kantina (waar we ook onze lunch voorbereiden voor vanmiddag), rijden we met z’n allen het zee ijs op, met de sneeuwscooter. Dit is maar een kort ritje, want we gaan proeven doen met zee ijs vlakbij, ik denk 5 minuutjes rijden met de sneeuwscooter. Maar; wel weer even rijden met de sneeuwscooter! Supervet. De scooters hebben er veel zin in vandaag, dus hengheng!
Zoals je hierboven ziet, is het vandaag lekker helder weer zonder wind of neerslag; en is het dus een perfecte dag voor proeven op het ijs. We doen onze proeven op een stuk zee ijs in een soort meertje wat is aangesloten op de open zee, vlakbij Svea. In het oranje onze route (inclusief korte stop bij een huisje om wat spullen op te halen), in het paars het meertje “Vallunden” waar we heen gaan.
Kaartje van Svea. Oranje = onze route naar de locatie van de proeven. Paars = Vallunden, het meertje waar we de proeven doen.
Mijn groepje, bestaande uit Albert (Indonesië), Frida (Noorwegen), Jørgen (Noorwegen) en ik (NL) hebben vandaag de taak om verticale en horizontale samples uit het 60 centimeter dikke zee ijs te boren, om deze samples vervolgens te testen op “compressive strength”. Dit doen we met verschillende tools, en het testen doen we met een machine genaamd “Kompis”, die de cilinders van ijs als het ware samendrukt totdat ze breken. Ondertussen meet de machine dan de kracht die wordt uitgeoefend op het ijs en de verplaatsing van de klemmen, waaruit wij dan later allerlei conclusies kunnen trekken over het zee ijs. Hieronder wat foto’s van de stappen uit dit proces; die leggen het veel beter uit dan ik zelf.
Omdat een van de boormachines kapot is, kunnen we minder productief zijn en dus gaan Jørgen en ik aan de slag om deze te repareren. Na wat zoeken en uitproberen van wat verschillende tools (en heel veel mislukte kick-starts), krijgen we hem eindelijk weer aan de praat.
Ondertussen staat m’n sneeuwscooter heel de dag maar te wachten, klaar om te gaan. Hij is immers “born ready” en wil ervandoor in de sport stand. Echter moet hij nog even wachten tot vanavond.
Ondertussen is de andere helft van de groep bezig met de vetste test. Bij deze test snijden we een stuk van het zee ijs van 10 bij 5 meter uit, en kijken we bij welke (laterale) kracht het ijs breekt. Het breken van het ijs op deze manier is best spectaculair: de kracht wordt langzaam opgevoerd, en dan breekt het ijs opeens met een grote scheur over de hele breedte van het ijsblok. Machiel heeft een 3D tekening gemaakt van de testopstelling, waarop een grote rode “schaar” is te zien. Met die “schaar” passen we kracht toe in de zelfgemaakte gleuf in het ijs, tot het breekt. Met de “displacement sensors” wordt de aanwezigheid en breedte van de scheur gemeten.
De resultaten van deze test (samen met ~30 van dezelfde soort testen) moeten een punt gaan zetten achter een 25 jaar lange discussie tussen wetenschappers, over de “fractural toughness” van het zee ijs. De ene groep wetenschappers zegt dat deze waarde ongeveer 100 moet zijn, terwijl de andere groep vindt dat het 250 is. Dit is een gigantisch verschil en dat terwijl de “fractural toughness” heel belangrijk is bij bijvoorbeeld het ontwerpen van de boeg van ijsbrekers (schepen die door ijs moeten kunnen varen). Omdat deze tests zo relevant zijn, worden ze gesponsord door de Noorse overheid.
Voordat we deze tests kunnen doen, moet het ijs sneeuwvrij worden gemaakt. Hiervoor hebben we een “snowblower” bij; een apparaat wat zo ongeveer elke Noor in noord Noorwegen wel in zijn garage heeft staan (zoals een grasmaaier in Nederland). Machiel mag deze als eerst gebruiken, en het ziet er echt vet uit:
Tijdens deze reis naar Spitsbergen ben ik achter een rare eigenschap van mijn hoofd gekomen. Als mijn gezicht voor een lange tijd bloot is gesteld aan een temperatuur onder nul, worden mijn wangen een soort van taai, waardoor ik niet meer normaal kan lachen. Op eigenlijk alle foto’s waar ik dacht lachend op te staan, kijk ik super ongemakkelijk, alsof ik het totaal niet naar m’n zin heb. Machiel en ik waren hier na een paar dagen achter, dus was dit de oplossing voor het probleem:
Na een lange dag op het ijs (van 8 tot 18) gaan we terug naar het dorp om daar te eten in de gezamelijke kantine, waar ook de mijnwerkers elke dag eten. Heel de dag heb ik in een grote vrieskist van -20 graden Celsius gestaan, dus ben wel weer toe aan een beetje warmte om me heen. Terwijl ik langzaam opwarm binnen, krijg ik een heel raar gevoel; alsof m’n hoofd gaat ontploffen. Het duurt denk ik ongeveer een halfuur tot drie kwartier totdat je weer helemaal ontdooid bent. Het mega lekkere eten in de kantine helpt wel bij het snel herstellen van de vrieskou.
’s Avonds laat bij de briefing (tot een uur of 23) horen we van de wetenschappers dat ze super blij zijn met de test resultaten, en dat dit heel waardevol is voor de conclusies die zij moeten trekken. We hebben al veel werk verzet, maar nog lang niet alles is gedaan. Snel naar bed dus; morgen weer een dag!